De allergrootste passagierstoestellen hebben afgedaan.
Boeing gaat ervan uit dat de jumbo’s, zoals de eigen 747 en de A380 van concurrent Airbus, in de toekomstplannen van de meeste luchtvaartmaatschappijen geen rol meer spelen. Dat blijkt uit de marktprognose voor de komende twintig jaar die de vliegtuigfabrikant dinsdag heeft gepubliceerd.
Zowel Boeing als Airbus heeft de productie van viermotorige vliegtuigen waarmee vele honderden reizigers tegelijk over grote afstanden kunnen worden vervoerd, al op een flink lager pitje gezet. Het aantal orders loopt de laatste jaren terug omdat klanten de voorkeur geven aan lichtere en dus zuinigere kisten met twee motoren.
Kleine en middelgrote types
Boeing denkt dat luchtvaartmaatschappijen de komende twee decennia ruim 41.000 vliegtuigen nodig hebben voor uitbreiding en vernieuwing van de vloot. Het gaat voor bijna driekwart om kleinere toestellen voor regionaal vervoer. Bij de vliegtuigen die langere vluchten aankunnen, ziet Boeing alleen markt voor kleine tot middelgrote types.
Airbus heeft de A380 nog niet helemaal opgegeven. Het bedrijf liet eerder deze week weten dat gewerkt wordt aan maatregelen om het toestel aerodynamischer en dus zuiniger te maken. In combinatie met een handigere indeling waardoor meer passagiers meekunnen, moet dat de vraag een nieuwe impuls geven.
Sinds de eerste commerciële vlucht van de A380 in 2007 zijn ruim tweehonderd exemplaren van het dubbeldeksvliegtuig afgeleverd, te weinig om de ontwikkelkosten al te hebben terugverdiend. Er staan orders open voor nog eens ruim honderd toestellen. Van de Boeing 747 zijn sinds de introductie in 1970 al ruim 1500 stuks verkocht.